Hemingway en Fitzgerald achterna in Parijs, Toulouse en Bilbao
In 2018 behaalde ik een onderzoeksmaster Literary Studies aan de Universiteit van Amsterdam, met een scriptie over de werken van Ernest Hemingway en F. Scott Fitzgerald, en de nieuwe morele concepten die zij introduceerden in hun vroege werken, getiteld A Modernist Moral Equilibrium: The Ethics and Literature of the American Expatriates in 1920s Paris. Cijfer: 9. Mijn passie voor de Amerikaanse schrijvers en kunstenaars die in de jaren 20 van de vorige eeuw in Parijs woonden kent nauwelijks grenzen, en drijft mijn vrouw soms tot waanzin als ik weer eens een café wil bezoeken waar Hemingway wel eens naar het toilet is geweest, of de hotelkamer probeer binnen te dringen waar F. Scott Fitzgerald een nacht verbleef in de zomer van 1925. Toen ik bekend werd met de biennale Hemingway- en Fitzgeraldconferenties (altijd georganiseerd op een plek die de desbetreffende schrijver heeft bezocht) besloot ik me onmiddellijk aan te melden voor de conferentie van 2018 in Parijs. Van deze conferentie herinner ik vooral de bloedhete klaslokalen van de American University of Paris, de grootse literatuurwetenschappers die ik had geciteerd in mijn scriptie en waarmee ik daar gewoon een biertje zat te drinken, de gezelligheid van de conferentie, en hoe de stad Parijs op een heel andere manier tot leven kwam nu ik het op deze manier ervoer.
In 2019 sloot ik aan bij de Fitzgerald-conferentie in Toulouse, waar ik in een panel sprak over zijn tijd in Rome, en het artikel dat hij destijds daarover schreef: “The High Cost of Macaroni” (postuum gepubliceerd in 1954). F. Scott Fitzgerald haatte Rome overigens, vanwege de kinderkopjes waar hij over struikelde, maar ook vanwege de temperamentvolle Italianen die niet even tolerant waren met betrekking tot zijn liefde voor alcohol. Het belangrijkste verschil tussen de Hemingway- en de Fitzgeraldconferenties is wat mij werd verteld door Jackson R. Bryer, de president van de Fitzgerald Society: “With Hemingway, everyone wants to talk about him, with Fitzgerald we’re just glad anyone wants to talk about him.” Alhoewel Fitzgerald bekend werd als de auteur van the great American novel, namelijk The Great Gatsby (1925) (akelig genoeg werd dit werk pas beroemd ná zijn dood, en heeft Fitzgerald bij leven nooit de erkenning gehad die hij verdiende), is de naam van Ernest Hemingway veel dieper gekerfd in iedereens brein. Niet helemaal voor niets, want Hemingway leefde groots en meeslepend: hij raakte gewond aan het Italiaanse front tijdens de Eerste Wereldoorlog, trouwde en verhuisde naar Parijs, werd oorlogsjournalist, toen een full-time schrijver die vrij snel een bestseller had met The Sun Also Rises (1925), hij bokste, had een huis in Cuba, joeg op leeuwen in Kenia, hij was diepzeevisser, hij dronk wijn en cocktails alsof er geen morgen bestond, hij bevrijdde Parijs tijdens de Tweede Wereldoorlog, publiceerde The Old Man and The Sea (1952) en kreeg daarvoor een Pulitzer, en ontving vervolgens als kroon op zijn oeuvre de Nobel-prijs. Hij beroofde zichzelf van het leven in 1961, op slechts 61-jarige leeftijd. Zijn reislust en levensstijl zijn niet de minste redenen waarom mensen wereldwijd nog steeds gefascineerd zijn door Hemingway. Ondergetekende is een van hen.

Muziek en/of Literatuur?
Tijdens mijn studie had ik twee dromen, die in eerste instantie prima naast elkaar leken te kunnen bestaan: enerzijds de droom om full-time muzikant te worden, anderzijds de droom om me te kunnen storten op het onderzoek doen naar Amerikaanse literatuur. Maar na te hebben gesolliciteerd op verscheidene PhD-posities verspreid door Europa, bleek helaas al snel dat ik niet de enige Geesteswetenschapper was die uit was op een betaalde onderzoekspositie: “The selection committee for the […] PhD position has finished reviewing all 464 applications. I am sorry to inform you that you are not among the candidates who were selected for an interview.” Een mens kan maar zoveel teleurstellingen verwerken, en ik realiseerde na de zoveelste afwijzing dat alhoewel passie — en die had ik in overvloed — een drijvende kracht was voor een goede onderzoeker, dat nog niet betekende dat ik het beste CV had van al die 464 mensen die hadden gesolliciteerd. Gelukkig verliep het met mijn andere droom behoorlijk goed, en werd mijn leven langzaam maar zeker geconsumeerd door muziek. Daarnaast was er een mogelijkheid om onbetaald, en op eigen kracht, onderzoek te doen. Zo wordt men een “independent scholar,” alhoewel de houdbaarheidsdatum hiervan vergelijkbaar is met die van een glas geitenmelk op een golfplatendak in het midden van een Hawaiiaanse zomer. Eerlijkheid gebied mij daarom te zeggen dat ik, alhoewel ik nog steeds veel lees én schrijf over de geweldige kunstenaars die het naoorlogse Parijs aantrok, mijn output geenszins de titel “independent scholar” rechtvaardigt.
Dromen veranderen, en iedere keuze die je maakt stuurt je naar een andere of een nieuwe droom, maar de keuzes die je niet maakt zullen je ongelukkig maken. Dit besef bracht mij naar het interdisciplinaire album dat ik in oktober 2023 heb uitgebracht. Tijdens de Hemingway-conferentie in Parijs in 2018 sprak ook David Wyatt, die vertelde dat hij heel Hemingway’s oeuvre in chronologische volgorde had gelezen in één zomer. Zijn conclusie: Hemingway’s debuutbundel In Our Time (1925) was zijn beste, meest uitgekristalliseerde, en geconcentreerde werk. Destijds kende ik de verhalen uit die bundel wel, zoals “Indian Camp” en “Big Two-Hearted River,” maar ik had In Our Time nog nooit op zichzelf gelezen. Dus ik spurtte de universiteit uit na het laatste college, op naar de oever van de Seine, naar de legendarische boekenwinkel Shakespeare & Company, kocht het boek, en begon er gelijk in, met een glas bier aan mijn zijde. Ik las het in één ruk uit. De droom om muziek en literatuur — mijn twee grote passies — te verenigen leefde al langer, maar het kwartje was nooit eerder gevallen, totdat ik In Our Time las. In 2021 verscheen mijn debuut-EP Sunset Blues, en daarna stortte ik me op het realiseren van mijn eigen “In Our Time.” In de geest van Hemingway sloot ik mezelf op in een boshut in Lochem, Gelderland, met gitaren, een elektrische piano en verscheidene microfoons. Hier maakte ik de eerste teksten af, nam ik de eerste demo’s op, schreef ik partijen en arrangementen voor de plaat, en had ik de ruimte om het concept verder uit te werken. Eind 2023 kwam het album uit, met een uitverkochte release show in PX Volendam, en terwijl ik dit schrijf (in augustus 2024) is het vinyl bijna uitverkocht, en heb ik nog zo’n 50 van de CD-boekjes. “In Our Time” heeft me meerdere grijze haren bezorgd, maar het is geruststellend om te weten dat het eeuwenoude adagium nog steeds geldt: hard werk wordt beloond. De plaat resulteerde in meerdere shows in Nederland, maar ook een bescheiden tour door Europa, met shows in Engeland, Frankrijk, België en Spanje. Die laatste beschouw ik als een kroon op mijn inspanningen.
20th International Hemingway Conference in Bilbao
Op woensdagmorgen 17 juli vloog de KLM mij om 08:30 naar Bilbao, de hoofdstad van het Spaanse Baskenland. Een gebied dat bekend staat om haar vurige onafhankelijkheidsgevoel, historische eetcultuur, rauwe natuur, en haar unieke en eeuwenoude taal (het is noch Frans, noch Spaans). Hoewel de conferentie al op zondag was begonnen in het nabijgelegen San Sebastián, was ik gezien familieomstandigheden genoodzaakt mijn reis iets uit te stellen tot het tweede deel van de conferentie, welke begon in Bilbao. Om kosten te drukken — ik ben en blijf een armlastige muzikant — sliep ik in een hostel: Latroupe La Granja, aan het Plaza Biribila. Mijn kamer was pas beschikbaar vanaf 15:30, dus besloot ik om gelijk maar naar het beroemde Guggenheim te gaan. Dit museum heeft Bilbao een enorme boost gegeven na haar oprichting; daarvoor was de stad blijkbaar niet in een al te beste staat. Het exterieur van het Guggenheim belooft veel goeds voor wat er zich binnen bevindt: het is een gedurfde en uitgesproken zilveren haardvuur gelegen aan de rivier de Nervión, welke haar tevergeefs poogt te doven. Hoogtepunten van de collectie zijn de Warhols, de werken van Roy Lichtenstein, en de schilderijen van Martha Jungwirth; pure, rauw emotionele directe uitingen van het diepste van de ziel — of wat zijzelf noemt “the ape in me.” Voer voor inspiratie.
Bilbao staat ook bekend om haar pintxos, ofwel kleine hapjes die je staand bestelt aan de bar, en welke je daar gelijk opeet. Denk aan eiertortillas, gevulde paprika’s, of stokbroodjes met ibéricoham of vis. Optioneel, doch essentieel, is het glas gekoelde rode wijn erbij. De Basken zijn echte levensgenieters, en de prijzen zijn daar niet zo waanzinnig opgedreven als hier in Nederland: voor een wijntje betaal je EUR 2,50, en de pintxos zijn ieder zo’n EUR 3, dus voor iets meer dan 10 euro heb je een prima lunch. Die avond ging ik naar Casco Viejo, het oude stadsdeel, met wat vrienden die ik had gemaakt in het hostel, om het Spaanse nachtleven in te duiken. Een geslaagde avond. En nacht.
De dag erna begon het Bilbao-deel van de Hemingway-conferentie, welke plaatsvond in het luxe Carlton Hotel, waar de Amerikaanse auteur zelf verbleef in 1959, tijdens zijn lange reis door Spanje langs alle stierengevechten die die zomer plaatsvonden. Ach, het wordt niet mooier dan dit. Als de naam “Hemingway” een valuta was waren we dat weekend allen miljonairs, en het stelt iedereen daar gerust dat zijn werken (en zijn leven) vandaag de dag nog zoveel wordt gelezen, en nog vele generaties zal blijven inspireren. Er waren panels over Hemingway’s tijd in Spanje, en over The Sun Also Rises (1926) (waarvan een deel zich afspeelt in Spanje), panels over de film die Hemingway maakte met de Nederlandse filmmaker Joris Ivens — genaamd The Spanish Earth, over het lot van de Spanjaarden gedurende de Spaanse Burgeroorlog tussen 1936 en 1939 —, panels over onlangs opgedoken CIA documenten over Hemingway en zijn Cubaanse relaties, etc. Werkelijk teveel informatie om op te noemen, en ervan uitgaande dat jij als lezer niet zó bekend bent met Hemingway dat dit je mogelijk zou boeien, neem ik de vrijheid om een sprong vooruit te maken naar mijn show op de vrijdagavond.
Mijn optreden die vrijdagavond was in Salón la Cristalera, de statige entreehal van het Carlton Hotel. Het is altijd een gedoe om met gitaren te reizen per vliegtuig, dus besloot ik gebruik te maken van het aanbod om een gitaar te lenen. Die gitaar bleek echter geen gitaarband te hebben, dus die middag heb ik met mijn Zweedse vriend Johan Nilsson heel Bilbao afgezocht naar een muziekwinkel, maar toen we er eindelijk eentje tegen kwamen ging die nét voor onze neus dicht voor de siesta. Dus op naar de lokale schoenmaker om zelf maar een strap in elkaar te laten zetten: wat schoenveters en leren stroken verder, en voilà, een perfecte gitaarband (oordeel zelf maar aan de hand van de foto’s). Terug naar het hotel om te soundchecken, duimen te draaien, en mijn stem wat op te warmen.
Mijn show zou zijn tussen 19:00 en 21:00, tijdens het fundraiser event van de conferentie, wat in eerste instantie klinkt als een mooie tijd, en een mooie gelegenheid. Niemand was echter voorbereid op de mentale staat van de conferentieleden. Het is niet moeilijk te raden wat er gebeurt als je allerlei mensen — die zojuist 8 uur alleen maar hebben geluisterd naar panels en sprekers — samenzet in een grote galmende hal, onder het genot van pintxos en rode wijn. Mijn eerste set was dan ook niet het succesverhaal waar ik al maanden van droomde. In de pauze rookte ik een eenzaam sigaretje buiten in de regen.

Onder het mom van “we maken er maar het beste van” wandelde ik terug het hotel in, door de entreehal, en terug naar de marmeren en met kroonluchters geornamenteerde Salón la Cristalera. Maar de Hemingway-goden waren me goedgezind, want aan het einde van mijn korte pauze stapte de president van de Hemingway Society naar de microfoon om de loftrompet af te steken over mijn werk “In Our Time,” met daarbij de vermelding dat ik exemplaren bij me had ter verkoop. Dat was exact wat er nodig was, want binnen de kortste keren stond er een behoorlijke rij aan gloednieuwe P.J.M. Bond-aficionados die mijn boekje wilde hebben. De tweede set was een zonneklaar succes, mét luisterend publiek, dat na de show vervolgens alle boeken kocht die ik bij me had. Uitverkocht! Het leek wel alsof ieder conferentielid mij wilde laten spelen in zijn of haar thuisstad: Toronto, Montgomery, Key West, etc. Meerdere glazen rode wijn en een heleboel pintxos onderstreepten het gelukzalige gevoel waarmee ik het Carlton Hotel uitliep, en het bleef nog lang onrustig in Bilbao.
De dag erna had ik de eer om deel te nemen aan een panel over “Contemporary Influences”, en mocht ik vertellen over het proces van het op muziek zetten van Hemingway’s korte verhalen. Nog een hoogtepunt van de week. Voor even kwam mijn andere droom weer vurig tot leven, en ontmoetten mijn twee passies elkaar in een intense week in het prachtige rauwe Noord-Spaanse Baskenland. Ik had nooit durven dromen dat ik ooit naar Spanje zou mogen afreizen voor mijn “werk” als muzikant en er met intellectuele en financiële winst weer vandaan mocht vliegen. Mijn vrouw zegt altijd: “zolang het geld kost is het een hobby.” Dat mag dan misschien wel waar zijn, maar met een beetje financiële improvisatie en flexibiliteit (zoals hostelstapelbedden en zelfgemaakte gitaarbanden) maakt iedereen van zijn hobby zijn werk.
Het beste is om Hemingway het laatste woord te geven, met de volgende passage uit The Sun Also Rises (1926), de debuutroman die hem onmiddellijk naar de literaire top lanceerde: “You paid some way for everything that was any good. I paid my way into enough things that I liked, so that I had a good time. Either you paid by learning about them, or by experience, or by taking chances, or by money. Enjoying living was to learning to get your money’s worth. The world was a good place to buy in. It seemed like a fine philosophy.”

