‘Daarna heb ik de deur dichtgegooid voor het magische, het occulte, en de godsdienst. Ik zag dat als de verboden kamer van Blauwbaard: ik wist zeker dat ik, als die deur zou worden geopend, geestelijk te gronde zou gaan – de krachten van het onderbewustzijn zouden mijn bewustzijn opblazen. Het effect op mijn werk is geweest dat ik juist zo fel-realistisch ben gaan filmen. Mijn films werden voor mij een anker in de werkelijkheid.’
Paul Verhoeven – Jezus van Nazaret (2008) (p.22)
1. Van Flesh & Blood naar Benedetta
Het jaar Onzes Heren 1599, even buiten Pescia nabij Florence. De laat-Renaissance. Tijdens de religieuze opleving – inclusief meer gevallen van religieuze visioenen – die werd veroorzaakt door de Contrareformatie (1522 -1563) puilen de kloosters uit.
In de veelzeggende openingsscène – die ook naadloos in Verhoevens apocalyptische Flesh & Blood (1985) zou hebben gepast – wordt de negenjarige Benedetta (betekenis naam: de gezegende / status: enig kind) vergezeld door haar ouders in hun privé-koets, vanuit de bergen naar het in de laagvlakte van Pescia gelegen klooster van de latere Theatinessen gebracht. Wanneer ze een kapel met een beeld van de Heilige Maria passeren, houden zij halt, zodat Benadetta een gebed tot haar nieuwe moeder kan richten – de beeltenis van Maria vormt een terugkerend narratief motief.
Precies dan worden ze overvallen door een bende huurlingen, blijkbaar even zonder broodheer (niet in Browns boek, zie paragraaf 3). Met behulp van haar rotsvaste geloof in de H. Maria, en een inderdaad wonderlijk precies in het goede oog van een van de belagers poepende uil, zet Benedetta de hachelijke situatie naar de hand. Waar Flesh & Blood het verhaal van de huurlingen vertelt, gaan wij met Benedetta richting klooster. Ook daar blijkt het over macht te gaan.
2. Van historische wetenschap tot film
Dichterlijke vrijheid
Laat ik beginnen met de feitelijk overbodige vaststelling dat de dichterlijke vrijheid van Verhoeven als filmmaker uiteraard nergens ter discussie staat. Waargebeurd is geen excuus (Gerard Reve). Toch wilde ik als geboren en getogen Rooms-katholiek weten waar en hoe Verhoeven de leemtes in Browns boek heeft gevuld. Browns boek is dat van een historica gespecialiseerd in de Italiaanse renaissance (met name de Medici’s) die per toeval een wonderlijke ontdekking doet. Een uniek tijdsdocument uit het premoderne Europa genaamd Miscellanea Medicea, handelend over het seksuele leven van ‘lesbische’ vrouwen (nonnen) in een klooster, bevat het de toenmalige opvattingen over de vrouwelijke seksualiteit vanuit de katholieke leer. Brown beschrijft en becommentarieert de casus Bernadetti Carlini waarvan sommige aspecten onopgehelderd blijven.
Kijkje onder de motorkap
Een non-fictie boek lijkt bij een bewerking voor een film meer ruimte te bieden dan een roman. Browns boek beschilderde in zekere zin alleen de achtergrond van het doek. Welke narratieve structuur heeft Verhoeven daar vervolgens overheen geschilderd? Dit interesseert mij vooral omdat uit het openingscitaat, dat afkomstig is uit het eerste hoofdstuk van zijn erudiete en moedige boek over Jezus van Nazaret, blijkt dat Verhoeven, die ook afgestudeerd is als fysicus (en wiskundige), zelf ook ontvankelijk is voor het metafysische. Overigens schijnen de meeste atheïsten bij sociale wetenschappen te zitten. In ieder geval niet bij natuurkunde. Begreep Verhoeven uit eigen ervaring (deels) wat Benedetta doormaakte? Omdat hij een grote invloed heeft gehad op o.a. mijn filmsmaak wilde ik een keer bij een film van zijn hand onder de motorkap kijken. Alvorens dat in paragraaf 5 te gaan doen, moeten we sowieso beginnen bij Brown.
3. Judith C. Browns The Life of a Lesbian Nun in Renaissance Italy (1986)
In het voetspoor van Foucault
Historica Judith Browns bijzonder goed gedocumenteerde boek over Benedetta getiteld Immodest Acts. The Life of a Lesbian Nun in Renaissance Italy (1986) verscheen in het voetspoor van de Engelse vertaling van Foucaults baanbrekende De geschiedenis van de seksualiteit (1980). Ook Foucaults proefschrift Geschiedenis van de waanzin (1961) is voor de casus Benedetta Carlini relevant. Bezetenheid werd toentertijd gezien als een (mogelijk) kanaal richting het goddelijke. Belangrijke conclusies uit het eerstgenoemde boek zijn dat de waarheid over seksualiteit historisch is, en dat zij die deze waarheid binnen een gegeven tijdsgewricht bepalen een belangrijke macht (in Benedetta’s tijd de R-K kerk) bezitten.
Een relaas aan de hand van processtukken
Brown geeft aan de hand van de processtukken een relaas van de zaak Benedetta Carlini. De heilige mystica Catherina van Siena (1347-1380) was Benedetta’s grote voorbeeld. Haar spirituele ontwikkeling doorloopt inderdaad dezelfde stadia als die van Catherina. In 1613, op haar drieëntwintigste, vertelt Benedetta haar moeder-overste en haar biechtvader dat zij visioenen heeft. Vanaf 1615 wordt zij vooral ‘s nachts geplaagd door hevige pijnen waardoor zij vaak tijdelijk verlamd raakt. Tijdens het voorjaar (de tweede vrijdag van het grote vasten) van 1618 ontvangt zij de stigmata (de wonden van Christus). Op 21 maart 1619 ontving zij ‘s nachts het in het bijzijn van zuster Bartholomea het heilig hart van Christus. Tussen februari en mei 1619 wordt zij verkozen tot abdis. Op 27 mei 1619 wordt in het klooster haar mystieke huwelijk met Jezus gevierd.
Tweede onderzoek door de pauselijke nuntius
In de dagen na dit mystieke huwelijk wordt Benedetta uit haar ambt gezet en gelast de proost (hoogste kerkelijke gezagsdrager van Pescia) een onderzoek. Uiteindelijk worden de visioenen en de stigmata van Benedetta door hem en al eerder door haar biechtvader pater Ricordati als goddelijk geïnspireerd beschouwd. Benedetta keert terug als abdis. Omdat zowel de proost, moeder-overste als de biechtvader belang hadden bij een mystica in dit klooster was dit onderzoek niet onpartijdig.
Tussen augustus 1622 en maart 1623 gelast de in Florence gezetelde pauselijke nuntius echter een tweede onderzoek. Volgens Brown is nooit opgehelderd wat daarvoor de aanleiding is geweest. Wel is duidelijk dat de R-K Kerk paal en perk wilde stellen aan de tijdens de Contrareformatie – door de daarmee gepaard gaande religieuze opleving – in grote getalen opkomende mystici en zieners. In dit tweede onderzoek wordt Benedetta, mede doordat veel nonnen nu wel belastende verklaringen afleggen, ontmaskerd en komt via de getuigenis van Bartholomea de seksuele relatie tussen Benedetta en Bartholomea – die in de film van Verhoeven min of meer centraal staat – naar boven. Dit betrof een nog veel ernstigere zonde dan de hiervoor genoemden. Seks tussen nonnen en monniken kwam wel vaker voor, maar dit!
Geen vonnis bekend
Het uiteindelijke vonnis van de nuntius zat niet tussen de processtukken. Er bestaat wel een dagboekfragment van 7 augustus 1666 van een anonieme non: ‘Benedetta Carlini is op 71-jarige leeftijd gestorven aan koorts en koliek nadat zij achttien dagen ziek was geweest. Ze stierf in boetvaardigheid, nadat ze vijfendertig jaar in de gevangenis had doorgebracht.’
4. Paul Verhoeven’s Benedetta (2021)
Verhoeven kiest de kant van de vrouw
Verhoevens sterke film doet recht aan de heldere geest van historica Browns met een hoge informatiedichtheid geschreven boek. De film ademt de bijzondere tijdgeest van de laat-Renaissance, en Verhoeven lijkt, jawel, wederom de kant van de vrouw te kiezen. Met één duidelijke uitzondering (het verbouwde Mariabeeldje als hulpstuk, niet in Browns boek) valt het met dat felrealisme (zie openingscitaat) ook wel mee. Zelfs nu de liefdesrelatie tussen Benedetta en Bartholomea bij Verhoeven centraal staat. Hieromtrent beschikte Brown slechts over hun beider getuigenis. Eerst die van Bartholomea en vervolgens Benedetta’s reactie daarop tijdens haar eigen verhoor.
Bartholomea vertelde dat Benedetta haar dwong en daarbij bereed als een man, en dat zij zich zo beiden bezoedelden. Laatstgenoemde beweerde dat zij op dat moment werd bezeten door Splenditillo, een van haar kwade geesten. ‘Ten tijde van de daad verminderd toerekeningsvatbaar’ zou de verdediging in het huidige juridisch-medische jargon luiden. Met hun beider stellingen hadden zij volgens Brown toch een relatief sterke verdediging. Verhoeven vertelt een ander verhaal.
Bartholomea verleidt Benedetta
In de film wordt Benedetta (een wat eenzijdige Virginie Efira) verleid door Bartholomea (een sprankelende Daphné Patakia) die een opmerkelijke entree maakt. Een belangrijke dramatische keuze in het door David Birke en Verhoeven geschreven scenario. Het maakte Benedetta sympathieker – bepaald geen overbodige luxe – en hun relatie evenwichtiger. De seksscènes in Benedetta zijn opwindend: echte, deels nog behaarde vrouwen die hun seksualiteit ontdekken! Benedetta lijkt seksueel te ontwaken wanneer Bartholomea, tijdens het door Benedetta aanreiken van het zeep, altijd een wat kwetsbaar moment, bijna uitglijdt waarop Benedetta toeschiet en per ongeluk met haar hand met alleen een heel fijn doorzichtig gordijn ertussen haar borst aanraakt. Een mooie scène.
Moeder als abdis en dochter als non in hetzelfde klooster
Ten behoeve van de afwikkeling van zijn plot introduceert Verhoeven de tweede, totaal andere, hechte vrouwelijke relatie binnen het klooster, namelijk die tussen de abdis (later zuster Felicita) en haar dochter Christina (non in hetzelfde klooster). Een situatie die destijds niet ongewoon (in dit klooster destijds overigens niet) was, bijvoorbeeld een adellijke weduwe en haar dochter. In de film wil dochter / zuster Christina Benedetta als bedriegster ontmaskeren, maar haar moeder (de ex-abdis), die ook zo haar twijfels had, wilde haar dochter daar niet openlijk in steunen. Dit leidde uiteindelijk tot de noodlottige zelfgekozen dood van zuster Christina. Dit deed haar moeder beslissen om Benedetta aan te geven bij de nuntius (de werkelijke aanleiding voor tweede onderzoek was Brown onbekend), en daarvoor ondernam zij de voor haar fatale reis naar het door de pest geteisterde Florence.
Een decadente nuntius
De pauselijke nuntius Alfonso Giglioli (een sterke Lambert Wilson) staat bij Verhoeven symbool voor de decadentie van de R.K.-kerk. In Verhoevens film gaat hij zelf poolshoogte nemen in Pescia. De sterke, typische Verhoeven-scène waarin hij ten tonele verschijnt, spreekt boekdelen. Tijdens de ontvangst van zuster Felicita in zijn met glanshout afgewerkte, vorstelijk bemeten kamer, zit hij achter een groot bureau ondertussen ongegeneerd iets als een spaghetti met een saus van inktvisseninkt weg te vorken. Vervolgens komt de vrouw binnen die hij hoogstwaarschijnlijk bezwangerde. Deze lift haar volle linkerborst uit haar korset en knijpt erin om trots aan zuster Felicita te kunnen laten zien dat ze al moedermelk aanmaakt. De ex-abdis kan haar walging niet onderdrukken. Zorgen dit en het feit dat zij uiteindelijk door deze reis met de pest wordt besmet ervoor dat zij Benedetta uiteindelijk helpt te ontsnappen?
5. Deconstructing Benedetta
Vertrouwde Verhoeven-ingrediënten
Browns boek bevatte voor Verhoeven alle thema’s die hem toch wel regelmatig bezighouden: de sterke vrouw, de lesbische liefde, religieuze visioenen dan wel extase, seks en macht, geweld, een gezonde dosis decadentie (de pauselijke nuntius) alsmede een straffe en sterk symbolische apocalyptiek (de pest). Een explosief mengsel waarbinnen Verhoeven zich als een vis in het water voelt.
Geen sprake van de male gaze
Met betrekking tot het bescheiden aantal seksscènes meldde mijn vrouwelijke gezelschap (mijn vrouw) dat Verhoeven zich haars inziens niet schuldig maakte aan die beruchte male gaze. Oftewel naakte vrouwen of seks tussen vrouwen in beeld gebracht voor het genot van de mannelijke kijker. De twee actrices in La Vie d’Adèle (2013) (winnaar Gouden Palm) beschuldigden hun regisseur daar wel van. Paul Verhoeven wierp de beschuldiging van pornografie op zijn karakteristiek nonchalante wijze verre van zich (en terecht): “We doen het allemaal om de paar weken, nietwaar.”
Analyse narratieve structuur
De narratieve structuur of dramatische laag die Verhoeven in zijn film boven op de geschiedenis van Benedetta Carlini legt, zou schematisch kunnen worden voorgesteld als een vierkant (vier vrouwen als de vier polen bestaande uit twee verticale relaties met een senior en een junior) met in het midden daarboven op een verticale rechthoek: drie mannen in opklimmende rang binnen de Kerk: biechtvader, proost en nuntius. Wanneer je twee lijnen trekt tussen enerzijds Benedetta en de nuntius en anderzijds de ex-abdis en de nuntius resulteert er boven op het vierkant een driehoek dat het tweede spanningsveld (naast de eerste tussen Benedetta en Bartholomea) van de film bevat, en waar het vooral om macht (en aanzien) gaat. Machiavelli voor nonnen.
Technisch gesproken is Benedetta de protagonist en de nuntius de antagonist. Dit laatste echter pas wanneer de nuntius ten tonele verschijnt. Je zou kunnen zeggen dat hij die rol overneemt van zuster Felicita die vervolgens tritagonist (de helper van de protagonist) wordt. Zoals gezegd portretteert Paul Verhoeven de nuntius (de apex) hier als een typische vertegenwoordiger van een decadente R-K kerk. Dat heeft hij ook nodig voor de afwikkeling van zijn plot. Daarvoor is immers nodig dat zuster Felicita uiteindelijk de kant van Benedetta kiest. Waarom zij dat doet, wordt niet helemaal duidelijk.
De gewraakte scène
Hoewel symbolisch (een geestelijke liefde wordt letterlijk lichamelijk) zit een zwak punt van de film mijns inziens toch in die scène waarin Bartholomea en Benedetta een toegetakeld mariabeeldje als hulpstuk gebruiken bij de seks. Penetrerende seks met een hulpstuk door vrouwen was in de ogen van velen in de traditie van het rooms-katholicisme staande schriftgeleerden de ergste zonde (de man werd overbodig gemaakt), waarvoor volgens velen de brandstapel de enige juiste straf was. Dat dit gebeurde met het door Bartholomea geschikt gemaakte Mariabeeldje, dat Benedetta bij haar intreden van haar moeder had meegekregen, wordt daarbij nog niet eens meegewogen. Maar waarom geen kaars gebruikt? Omdat die gewijd zijn? Een kaars hoefde je ook niet net zoals dat beeldje van Maria te verschuilen in een heilig boek. Of had Verhoeven tastbaar bewijs nodig om Benedetta tot de brandstapel veroordeeld te krijgen? In werkelijkheid werd Benedetta Carlini overigens niet beschuldigd van penetrerende seks met een hulpmiddel.
Nunsploitation?
Op de Engelse wikipedia wordt bij het lemma Nunsploitation – een in de jaren zeventig na de versoepeling van de Amerikaanse filmkeuring eind jaren zestig opkomend genre – onder het kopje historical basis ook Benedetta als een mogelijk voorbeeld van het genre genoemd. Paul Verhoeven is als filmmaker natuurlijk ook groot geworden in de jaren zeventig. Aan zijn film ligt echter een reële casus ten grondslag. Die prikkelende (je wilt het niet maar het gebeurt toch, enfin) martelscène (alleen in de film en de werkelijke marteling blijft onzichtbaar) waarin Bartholomea wordt geconfronteerd met de peer van angst ook wel kwelpeer genoemd, vormt daar waarschijnlijk nog een relict van. Bartholomea bleef weigeren Benedetta te verraden. Het zorgde wel even voor spanning in hun relatie. In de film mag of moet Bartholomea het klooster verlaten.
Hoewel ik verwacht dat de film Benedetta het genre ruimschoots ontstijgt, zal het personage Benedetta niet de filmgeschiedenis ingaan als een legendarisch, iconisch karakter. Was het hoofdpersonage daarvoor niet sympathiek genoeg, of ontbrak het daarvoor uiteindelijk aan chemie tussen Verhoeven en Virginie Efira? Desalniettemin blijft Benedetta een sterke film.
6. Besluit
Van zwarte rokken naar witte jassen tot burgerlijk huwelijk
Seksuele handelingen tussen vrouwen werden tot eind negentiende eeuw als tegennatuurlijk en strafbaar beoordeeld; vanaf toen vanuit medisch oogpunt als abnormaal (versus normaal) – ca. 1870 ontstond de term homoseksueel (lesbienne); en pas ruim een eeuw daarna als de natuurlijke gezindheid van een minderheid. Oftewel van zwarte rokken naar witte jassen tot burgerlijk huwelijk. Brown geeft dan ook aan dat de term ‘Lesbian’ in de titel van haar boek feitelijk onjuist is.
Sapphische liefde
Waarom is de zogenoemde Sapphische liefde – vernoemd naar de Griekse op Lesbos woonachtige dichteres Sappho (ca. 630 – ca. 570 BC) – in de huidige mainstream cinema zo populair? Denk naast het aangrijpende La vie d’Adele (2013) van Abdellatif Kechiche ook aan het prachtige Portrait d’une jeune fille en feu (2019) van Céline Sciamma. Is dit omdat het de lghbti-liefde is waarvoor je de gemiddelde heteroseksuele man het makkelijkst naar de bioscoop krijgt?
Quo vadis Benedetta?
In die idyllische, pastorale slotscène in de Toscaanse heuvels weerspiegelt de openingsscène. Benedetta en Bartholomea worden gezamenlijk naakt wakker in een waarschijnlijk vanwege de pest verlaten boerderij. Quo vadis Benedetta? Dat zij besluit haar kruis op te nemen, is typisch christelijk. Ze lijkt er echt van overtuigd dat ze met open armen zal worden ontvangen. Ten opzichte van de openingsscène leek haar vertrouwen in zichzelf ongebroken. In de film lijkt zij niet bang voor de pest te zijn. De pest ging toen ook aan Pescia voorbij, zoals zij had beloofd. Volgens Verhoeven was zij in die zin dus geen bedrieger. De streetwiser en wat lichamelijker ingestelde Bartholomea geloofde niet in haar uitverkorenheid, zij hield wel van haar, en wilde met haar de wijde wereld in. ‘Hoe dan, als prostituee?’, was de reactie van Benedetta.
Deze laatste, bittere opmerking doet mij denken aan de zesentwintigste, laatste strofe van het destijds gecensureerde Gedoemde vrouwen uit de dichtbundel Bloemen van het Kwaad (1857) door Charles Baudelaire (vertaald door Peter Verstegen):
Ver van de levenden zult gij, verdoold, vervloekt,
IJlen door woestenijen als een paar wolvinnen;
Volg, bandeloze zielen, ‘t lot dat u verzoekt;
Vlucht de oneindigheid die u gevoelt van binnen!