Na een EP en twee albums met zijn band Dandelion, bracht Paul Bond op donderdag 18 november Sunset Blues uit. Dit mini-album is het solodebuut van de singer-songwriter die een voorliefde heeft voor Amerikaanse songwriters uit de jaren ’70 als Stephen Stills en Judee Sill, en daarnaast ook voor de swingende pianomuziek uit New Orleans! James Booker is een belangrijk voorbeeld voor Paul op pianogebied. In 2019 schreef hij een artikel over dit excentrieke pianogenie in cultureel opinieblad 2Rewind. Ik ken Paul als singer-songwriter al sinds 2010 en was verrast dat er behalve nieuwe nummers ook twee nummers op Sunset Blues staan die Bond in 2013 al speelde: ‘Season of the Acorn’ en ‘Goodbye my Love’.
Deze solo-release geeft Paul Bond de vrijheid om zich als singer-songwriter te presenteren. Voor Dandelion schreef hij ook alle teksten, maar liedjes die te klein of te persoonlijk waren voor de band, vinden een perfect podium op Sunset Blues. Zo verhaalt de titeltrack van het mini-album over het moment dat Paul te horen kreeg dat hij vader zou gaan worden, en over de gevoelens die dat bij hem losmaakte. Een couplet als “And now your head is in the clouds and your mother’s oh so proud, but I’m not sure if I’m ready for this yet” is het meest openhartige dat ik van Bond ken. De teksten van Paul werken vaak op meerdere niveaus. Zo is de verhaallijn gemakkelijk te volgen maar zitten er talloze verwijzingen in de teksten waarbij je dagen kan nadenken over de mogelijke betekenis ervan. ‘Season of the Acorn’ gaat op het eerste gehoor over de najaarsdepressies van de singer-songwriter, maar de beelden van een goederentrein die munitie vervoert, een geweerschot en de herfstbladeren die de ontspoorde treinwrakken bedekken, roepen het idee op van een oorlog. Gebruikt Bond hier het beeld van de op handen zijnde Eerste Wereldoorlog om zijn herfstdip meer kracht bij te zetten? Muzikaal wordt dit ondersteund door de drum die een marsritme slaat.
De Eerste Wereldoorlog werd in bepaalde kunstenaarskringen met enthousiasme ontvangen als oorlog die alle verdere oorlogen voor eens en altijd overbodig zou maken. Uiteindelijk liet het de wereld alleen maar gedesillusioneerd achter. Het was deze desillusie waardoor Amerikaanse schrijvers als F. Scott Fitzgerald (o.a. The Great Gatsby) en Ernest Hemingway (o.a. A Farewell to Arms en For Whom the Bell Tolls) na de Eerste Wereldoorlog naar Parijs verhuisden. Zij werden door schrijfster Gertrude Stein (1874-1946) vervolgens als ‘de Verloren Generatie’ aangeduid. Deze drie schrijvers worden door Bond in ‘Same Song, Different Groove’ aangehaald als zijn gelijkgestemden. Net als bij de naald van een platenspeler die blijft hangen in een versleten groef op een lp – en zo eindeloos hetzelfde stukje herhaalt – vervallen we als mens steeds in dezelfde patronen: “Dit nummer gaat over het leven in een tijd waarin iedereen weet wat er moet gebeuren, maar niemand daarnaar handelt.” De schrijvers waar Bond zo’n verwantschap mee voelt, bevinden zich in een andere groef in de tijd. Het is aan Bond om in deze tijd op zijn eigen wijze uiting te geven aan de ideeën die hij heeft.
Dat het hier om een solo-release gaat, betekent niet dat er geen andere muzikanten te horen zijn. Naast Bond zelf, op piano en gitaar, speelt Danny van Tiggele basgitaar en Robin Buijs drums en percussie. Met eerstgenoemde werkt Bond al langer samen. Samen spelen zij in de begeleidingsband van Yorick van Norden en eerder dit jaar verscheen het album La Belle Epoqué, volume 1 waaraan Bond bijdroeg door samen met Van Tiggele het lied ‘Stretched Along the Line’ te schrijven. Hun hechte samenwerking resulteert op Sunset Blues in een gelijkwaardige rolverdeling. De melodieuze baspartijen van Van Tiggele ondersteunen de gitaar- of pianopartijen van Bond en treden af en toe zelfs op de voorgrond. Met name op ‘Sweet Marie’ en ‘The Young and Cheap’ vervult de basgitaar de rol die vaak door een leadgitaar ingevuld zou worden. De keuze voor de subtielere klank van een basgitaar zorgt ervoor dat het mini-album blijft klinken als het werk van een soloartiest in plaats van dat van een volledige band. Ook de drums worden over het algemeen klein en strak gehouden. Robin Buijs – net als Paul Bond een geboren Volendammer – voegt kleur aan het ritme toe met behulp van verschillende percussie-instrumenten als shakers, beatring en claves. Zo versterkt de ratel die in ‘Sweet Marie’ te horen is het luchtige, ietwat komische refrein van het lied.
Sunset Blues is een rijk mini-album, zowel qua muzikale productie als tekstueel. Ingetogen gitaarliedjes worden afgewisseld met swingende pianonummers. Er is zelfs ruimte voor een 42-seconden durend piano-intermezzo dat klassiek geïnspireerd is: ‘Night Shift’. Dit intermezzo volgt op ‘Sweet Marie’ waarin Bond de vrolijke verliefdheid bezingt. ‘Night Shift’ roept het beeld op van Bond die ’s avonds laat alleen thuis zit omdat zijn vrouw een nachtdienst draait. Hij begint te spelen op zijn piano. Eerst een langzaam walsje in mineur maar steeds wat vrolijker en vlotter dat uiteindelijk uitmondt in ‘The Young and Cheap’. Bond werkt al een tijd als fulltime muzikant, maar stuit op een cultuur waarin ervoor jonge, nog minder bekende muzikanten vaak slechts lage gages beschikbaar zijn. Zijn kritiek op deze demotiverende cultuur schrijft hij met een knipoog van zich af: “But if you lack the conviction to pay ‘em fair and square, then the young and cheap won’t be around next year.” De liedjes op Sunset Blues gaan ergens over. De coupletten over het aankomende vaderschap, winterdepressies en de dysfunctionele muziekcultuur worden afgewisseld met pakkende refreinen en verpakt in heerlijke americana-popsongs. Sinds 18 november is Sunset Blues te koop op 10” vinyl en CD.